De naam Stapel.(home = www.cstapel.nl)

Genealogie
Aardrijkskundige namen met stapel kenden de Angelen en Saksen al toen zij na de Romeinse tijd naar Noord-Frankrijk en de Britse eilanden voeren. Als familienaam begon Stapel pas voor te komen bij de opkomst van de steden, waar het aantal gangbare vadersnamen te klein werd om burgers afdoende van elkaar te kunnen onderscheiden.
In de Middeleeuwen vermeldden de Saksische "Urkunden des Bisthums Paderborn" vanaf 1153 Conradus Stapel, met zijn zonen Conrad en Thiemo en zijn broer Wernerus, wiens familie uitstierf in 1547. Conradus was een horige die wegens bijzondere verdiensten als Ministeriaal werd geridderd.
Uit dezelfde periode vermeldt de Amerikaanse "Staple & Staples My Family Branch" vroege Staple en Staples naamgenoten in Engeland en Frankrijk.
In de Late Middeleeuwen werd de eerste Hollandse Stapel familie vermeld: Dirk Stapel Willemsz en zijn zoon Willem Stapelsz, schepenen te Delft in 1371 resp. 1390-1391, mogelijk verwant aan Hughe Jacobs Stapelsz en Herman Buchel Stapelsz. Let wel: Stapelsz is toponiem én patroniem tegelijk!
In de 16e -18e eeuw waren er kleine stedelijke families Stapel in of nabij Hollandse en Noord-Brabantse vestingsteden: Hoorn, Alkmaar, Amsterdam, Leiden, Brielle, Bergen op Zoom, Steenbergen, Breda, Oosterhout, Heusden en 's-Hertogenbosch. Zij telden tot 10 familieleden en soms 3 generaties, maar van al deze families eindigt het Stapelspoor met uitsluitend dochters of zonder gedocumenteerde conclusie als vertrek of overlijden.
In de 17e -18e eeuw vestigden zich 5 Stapels in Nederland, met elk zoveel nakomelingen dat sprake is van grote regionale Stapel families 3). Genealogisch niet verwant, liggen ook hun kernen ver uiteen, zoals de kaart met omcirkelde getallen linksom laat zien, "nieuwkomers" eerst:


Stapel families tot en met de 19e eeuw. Spreiding van 734 Stapels in 2007. Ontleend aan de Nederlandse
Familienamenbank, Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag.

 ❶ David Stapel in het Gelderse Gendt, stamvader van mijn eigen Stapel familie en de enige met een aantoonbare herkomst: Pommeren in Pruisen;
 ❷ Willem Lucas Stapel in De Wijk, Drenthe, tijdgenoot van David en Adolf Hindriks, allen geboren omstreeks 1725-1735;
 ❸ Adolf Hindriks Stapel in Groningen, met de kleinste familie;
 ❹ Claas Stapel in Sijbekarspel, West-Friesland, met XIII generaties in tekst en beeld de best gedocumenteerde en ook de grootste familie;
 ❺ Arend Stapel in Sommelsdijk op Goeree Overflakkee is van deze vijf het eerst geboren, in 1605 te Heenvliet.

3) De geschatte omvang van de families in bovengenoemde volgorde is: 1250, 500, 250, 2000 en 500, in veelvouden van 250 vanwege de onzekerheid. Inbegrepen zijn de
stamvader en alle als Stapel geboren nakomelingen met partners en kinderen tot 2007, op basis van openbare informatie en een vergelijkbare 20e eeuwse familiegroei.


In de 19e eeuw kwamen nog drie Stapels naar Nederland: Johan Herman Emanuel Stapel (*1764 Ladbergen), Bernard Hendrik Stapel (*1790 Ostbevern) en Friedrich Wilhelm Stapel (*1875 Duisburg). Zij vestigden zich resp. te Dordrecht, Delfshaven en Nijmegen, met in totaal circa 50 familieleden.
Eveneens in de 19e eeuw vormden vijf Gelderse Stapels vanaf 1825 een bloeiende tak in Den Haag. Tot het begin van de twintigste eeuw telden zij er ruim honderd nakomelingen. Daarnaast stamden toen zo'n 25 Haagse Stapels af van de Groningse schipper Hendrik Stapel die via Amsterdam rond 1878 ook naar Den Haag kwam.

Streekgebonden
De streekgebondenheid die aanvankelijk (ook) de grote regionale Stapel families kenmerkte is door de toenemende geografische en sociale mobiliteit allengs minder geworden en is bij de Groningse en Gelderse Stapels en op de Zuid-Hollandse eilanden nauwelijks nog waarneembaar. Daarmee samenvallend is er ook een trek naar de grotere steden. Beide trends zijn af te lezen zowel aan de telefoonaansluitingen als in de burgerlijke stand.
Telefoongidsen vermeldden in 2005 voor heel Nederland samen 248 Stapels, alsvolgt verdeeld: N-Holland 70 (incl. Amsterdam 14), Flevoland 8, Z-Holland 49 (incl. Den Haag 14), Zeeland 7, Utrecht 15, Noord-Brabant 18, Limburg 6, Gelderland 22, Overijssel 18, Drenthe 28, Groningen 2 en Friesland 5 (excl. gsm en geheime nummers). Het gebied rondom Gendt waar Gelderse Stapels meer dan 4 generaties gevestigd waren telde maar 8 aansluitingen.
Ingezetenen in NL Gemeenten zijn door de Familienamenbank in kaart gebracht in 1947 en 2007, met resp. 594 en 734 Stapels, een toename met 23.5%.
De aantallen komen neer op bijna 3 per vast telefoonnummer (of gezin).
Geneanet toont, voor een breed perspectief op de spreiding van de familienaam Stapel, statistieken van de globale spreiding in 5 eeuwen, zij het beperkt tot de bijna zesduizend Stapels in bij hen gepubliceerde stambomen.

Bronnen en beperkingen
Familie overlevering en documenten, gegevens uit 26 archieven en veel internet bronnen zijn verwerkt in deze beschrijving van de Gelderse Stapels.
De beschrijving van Stapels in het algemeen is beperkt tot aan het begin van de 20e eeuw en volgt noodzakelijkerwijze uit de in Nederland geldende regels voor de openbaarheid van de burgelijke stand: voor geboorten pas na 100 jaar, voor huwelijken na 75 jaar en voor overlijden na 50 jaar. Recente gegevens zijn alleen te vinden via privé familie informatie, kranten, van horen zeggen en internet. Verre jonge verwanten zijn daarom schaars in veel stambomen, temeer omdat de privacy van nog levende familieleden door genealogen als regel beschermd wordt. Een uitzondering kan gelden als betrokkenen uitdrukkelijk met publicatie instemmen, zoals duidelijk het geval in "Stapel is de naam", over Westfriese Stapels tot in de 21e eeuw.

Bekende Stapels van meer dan plaatselijke betekenis staan onder "over alle Stapels", inclusief aanwijzingen over de familie waar zij van afstammen.

 (www.cstapel.nl)