30 jaar normalisatie

Interview met Carel Stapel, jarenlang voorzitter van de normcommissie Aardolie- en aardolieproducten.
Carel heeft het voorzitterschap in 2004 overgedragen aan Liesbeth Jansen.

Normalisatie begon voor mij zo'n dertig jaar geleden, toen ik als jonge Product Quality engineer bij Esso Nederland lid werd van de NNI Normcommissie 310.028 voor Aardolie en verwante producten. Ik herinner me daar niet heel veel van, behalve dat het accent duidelijk lag op de ontwikkeling van test methoden voor laboratorium onderzoek van ruwe olie, brandstoffen en smeermiddelen. De commissieleden hadden daar direct belang bij vanuit hun werk in raffinaderijen, laboratoria en (semi-)overheidsinstellingen zoals het Douane Laboratorium en KEMA. Henk van Straten van Shell had toen juist mijn Esso-baas Hans Sloos opgevolgd als voorzitter en Hans de Wilde was onze NNI secretaris. Voor de normcommissie van toen was mijn marketing achtergrond nogal ongewoon, omdat analytische expertise het werk domineerde. Maar dat veranderde toen in ISO verband werd begonnen met internationale classificatie van smeeroliën en van scheepvaart brandstoffen. Dat nieuwe werkterrein dreef wat meer op inzicht in productie en toepassingen. En het perspectief van de gebruiker kwam nadrukkelijk in beeld.

Een paar jaar werken bij Esso Research in Engeland onderbrak mijn normalisatie tijdlijn. Ik was er weer bij begin jaren tachtig en begon ook mee te doen met internationale olie normalisatie in CEN/TC19, naast dat in ISO/TC 28. De schaal daarvan was toen bescheiden. Ik herinner me een plenaire TC19 vergadering met maar één vijfde van het huidige aantal deelnemers. TC19 beperkte zich ook toen al tot normen met een Europees belang dat niet al werd gediend door ASTM/D02 of ISO/TC28.

In 1985 kreeg dat Europese belang een geweldige impuls: de EC begon CEN te erkennen als een steunpilaar voor de technische onderbouwing van haar emissie en brandstoffen beleid. Eerst kreeg CEN een mandaat voor een Europese benzinenorm en enkele jaren later ook voor diesel en auto LPG specificaties, inclusief de daartoe benodigde test methoden

Daarmee veranderde op slag het brandpunt van normalisatie, in Europa en CEN/TC19, maar ook in de Nederlandse normcommissIe 310.028. De belangstelling voor ons werk werd letterlijk opgeschud door het nieuwe perspectief van open grenzen. CEN normen gingen hand in hand met EU beleid en hielpen om nationale handelsbelemmeringen op te ruimen. De Brandstoffen Richtlijn vormde de afronding van een decennium durende belangen strijd tussen de auto en olie industrie. Het schiep een level playing field dat leidde tot de Europees gedragen consensus over brandstof kwaliteit van vandaag.

De rol van de Nederlandse Normcommissie werd daarna het volgen en ondersteunen van het CEN normalisatie proces, waarbij de industrie veel waardering opbracht voor de open grenzen en zich reorganiseerde in regionale richting. De financiering van de normcommissie en het NEN secretariaat waren dan ook nooit een echt probleem.

Wat mij erg boeit in normalisatie is het proces om tegenstellingen te overbruggen. Alle regels in ISO, CEN en NEN zijn daar weliswaar op afgestemd, maar het boetseren van een goede belangen mix en het toonzetten daarvan in efficiënte woordkeuzes is en blijft bij elke opdracht toch steeds een nieuwe uitdaging voor een groep "toevallige" gesprekspartners.

De nationale stokpaarden die in mijn beginjaren nog leidden tot structurele rivaliteit tussen nationale delegaties van "grote" landen, staan gelukkig in de veteranen weide. Toch geven nationale gevoeligheden soms ook nu nog ongekend felle emoties die snel gekalmeerd moeten worden met "golven olie" waar helaas nog geen norm voor is bedacht

Aardig vind ik ook het reizen. Je gesprekspartners komen een stuk dichterbij als je hen opzoekt in hun eigen omgeving. Vliegvelden, taxi ritten, hotels en vergaderzalen zijn niet echt verschillend in Rome, Washington, Tokio of Delft. Maar sommige dingen vergeet je nooit. Zoals die nacht met Do Harsveld van der Veen in Istanbul, waar we op het politie bureau drie foto albums met gauwdieven vergeefs doorploegden op zoek naar haar tasjesrover. En daarna de Turkse disco waar de ISO/TC 28 community ervoer dat alle nummers door iedereen uit volle borst werden meegezongen.

De nieuwste uitdaging staat al weer enige tijd op de agenda met de Biobrandstoffen Richtlijn en wordt door CEN/BT/WG 149 nader ingekleurd: hoe kan op korte en langere termijn biofuels normalisatie helpen bij de aanpak van milieu en energie problemen. ik wens Liesbeth Jansen daarbij veel succes als de nieuwe voorzitter van Normcommissie 310.028.

NNI normalisatie heeft zich in mijn werkzame jaren ontwikkeld van een soort missiewerk tot een volwassen NEN begeleiding van belangen behartiging in brede maatschappelijke zin.

Een volgende opdracht voor NEN en andere normalisatie organisaties is ongetwijfeld het vinden van effectieve aansluiting bij de nieuwe horizon van hun stakeholders.

Zolang maatschappelijke organisaties en bedrijven een nationale horizon hadden, werkte het systeem van nationale normalisatie instituten prima. Nu de grenzen worden geslecht en de belanghebbenden zich positioneren als regionale of zelfs globale entiteiten wordt de vraag actueel of nationale besluitvorming nog efficiënt en effectief kan zijn. Met CEC als recent voorbeeld wens ik NEN toe dat op termijn een wijs antwoord wordt gevonden op deze opdoemende vraag.

Carel Stapel

Energie, december 2004

Voor meer informatie over normalisatie zie: nen.nl (home = www.cstapel.nl)