David Stapel (II)   1793 - 1879 Gendt a/d Waal
kleermaker, dagloner, gemeentebode, brievengaarder, postbode


David Stapel werd geboren op 26 november 1793 in Gendt aan de Waal. Hij was 12 en zijn broertje Hendrik pas vijf toen hun vader Jan Hendrik stierf, maar gelukkig kon moeder Johanna zich redden en leverde de grond om hun huisje aardappelen, groenten en fruit, terwijl ze eieren, melk en af en toe vlees hadden van de kippen en de geit. Tot ver in de veertig verdiende ze ook nog wat als melkvrouw, in de kaasmakerij en als landarbeidster. David en zijn broers moesten wel meehelpen en al gauw meewerken, maar tussendoor kon hij zich met wat hulp leren lezen en schrijven. Op die manier kon hij brievengaarder en gemeentebode worden en zelfs als kleermaker de maat nemen. Dan verdiende hij iets meer dan de dagelijkse 10 of 15 stuiver van een dagloner.
Met zulke lonen trouwde je alleen jong als je moest, zoals broer Jan Willem op zijn 23e, zijn bruid Geertruijda van Swelm al zes maanden zwanger. Net als zijn andere broers dacht David pas veel later aan trouwen: tegen zijn 35e. Hij had Aleijda Berntsen leren kennen op de paardenmarkt in Gendt, maar zij kwam uit Angeren, een uur gaans richting Arnhem. Een frisse deerne, wel 14 jaar jonger dan hij, die goed van aanpakken wist en ook kon schrijven. In 1828 trouwden zij in het stadhuis en in het Hervormde kerkje van Gendt en kregen er een dozijn kinderen. Van hen stierven de eerste Johanna Cornelia en de eerste Gradus als zuigeling.
Van de tien anderen bleef alleen David zijn leven lang in Gendt, volgde zijn vader als gemeentebode maar werkte ook als waardsman voor het polderbestuur. Jan Hendrik was een geval apart, als koopman kwam hij op de markten in de buurt en werd in 1874 gezocht door justitie wegens weerspannigheid aan de wet. De acht anderen trokken letterlijk naar alle windstreken. Hendrika Berendina trouwde met Jan Tomas, toen militair in Nijmegen. Jan Willem Carel vond na zijn dienstplicht een betrekking als rijksveldwachter in Bergen (L). Bernardus en Johanna Cornelia trouwden beiden een Bierenbroodspot in Hoorn, Johannes werd rijksveldwacher in Rijswijk (ZH), Christoffel werkte in Leijden en later in Duisburg, Elisabeth werkte als 19 jarige even in een Nijmeegs huishouden, woonde 5 jaar in Bemmel en kreeg er haar eerste zoon, trouwde in Dordrecht en hertrouwde als weduwe Willem Bertus Pabst, machinist in Den Haag. Gradus tenslotte, de jongste, werd als dragonder ook in Den Haag gezien. Al hun bestemmingen hadden gemeen dat ze bereikt konden worden over het water, in hun tijd de meest comfortabele manier van reizen voor wie op gunstige wind kon wachten.

Aleijda stierf in 1872, 65 jaar oud. David bereikte de hoge leeftijd van 86. Een paar dat met eenvoudige middelen tien kinderen gezond grootbracht en ondernemend in het leven zette.

* * * * *

Daglonershuisje
Hoe in zo een daglonershuisje een gezin met tien kinderen kon opgroeien kunnen wij ons niet goed meer voorstellen.

verkade
Als dagloner werd David ook wel eens ingehuurd door een van de plaatselijke steenfabriekjes; zijn zoon David onderhield als waardsman bomen, houtwallen en heggen in de polder.
(Bron: Verkade album)







(home = www.cstapel.nl)
Naam:
Geboren:
Getrouwd:
Overleden:
Beroep:

Genealogische gegevens

David Stapel (II), zoon van Johan Hendrik
26-november-1793 Gendt (a/d Waal)
Aleijda Berntsen, 8-feb-1828 Gendt a/d Waal
30 november 1879
kleermaker, dagloner, brievengaarder, gemeentebode